Remember to dance
Hij houdt z’n hart goed vast. Met beide handen.
En legt het tenslotte voorzichtig in een kistje.
Zo kan er niks meer mee gebeuren.
Hij wil niets kapot maken. Er is al zoveel kapot gegaan in z’n leven.
Mensen met wie hij zijn hart deelde zijn gestorven.
Dàt gaat hij dus niet meer doen.
Het leven roept hem; hij richt zich op de leuke dingen.
Maar zijn hart houdt hij zorgvuldig buiten bereik.
Niet nog meer verlies wil hij lijden. Niet nog meer pijn en verdriet voelen.
Gemis zo groot dat het hem de adem zou benemen als hij het toelaat.
Doe het maar eens anders als het leven je zó gepakt heeft.
En toch.. verlangt zijn hart verbinding. Het hart wil zich geven, telkens weer.
Zonder ophouden.
Met het begraven van ons hart, begraven we ook ons leven.
Begraven we juist dàt deel in ons, dat alles dragen kan. Onverwoestbaar is.
Het hart helpt ons helen aan wat ons raakt, vóórkomt dat we daardoor beschadigd raken.
De enige werkelijke schade richten we aan door ons hart niet meer mee te laten doen. Alles wat we ervaren, bevat ‘licht en liefde’. En alleen met de ogen van het hart, kunnen we dat werkelijk zien.
Het hart maakt onze tranen licht en onze pijn liefde. Ze verzacht ons gemis en geeft ons vrede en rust. Het hart verheugt zich – altijd weer – in wat was, is en komen zal. Het is ons hart dat zich de dans herinnert wanneer wij terneergeslagen zijn. Het hart dat de muziek altijd hoort.